Miskraam

Wanneer je een miskraam hebt houdt het in dat je je ongeboren niet-levensvatbare kindje verliest. Als dit in de eerste vier maanden is spreekt men van een vroege miskraam. Als het later plaatsvindt is er sprake van een late miskraam of doodgeboorte. Het is gelukkig wel zo dat de kans op een miskraam na de eerste vier maanden flink afneemt.

De oorzaak van een miskraam is meestal een zogenaamde aanlegstoornis. Dit houdt in dat het het bevruchte eitje zich niet goed ontwikkeld; het kan bijvoorbeeld zo zijn dat er  iets verkeerd is gegaan bij de celdeling. Als je erover nadenkt is een miskraam eigenlijk een heel natuurlijke manier van je lichaam om te zeggen dat er iets niet in orde was. Al voelt het natuurlijk niet goed. Je kunt een miskraam niet voorkomen, het enige wat je kunt proberen is zo gezond mogelijk te leven om het risico op een miskraam te verkleinen.

Wanneer jij hevige buikpijnen of bloedverlies hebt kan dit een voorteken zijn van een miskraam, maar dit hoeft niet altijd zo te zijn. Wanneer je twijfelt of er iets niet goed zit of je zorgen maakt, kun je altijd contact opnemen met je verloskundige.

Over het algemeen kun je na een miskraam gewoon weer zwanger worden. Het is echter wel verstandig om een paar maanden te wachten om je lichaam even rust te gunnen om te kunnen herstellen. De zwangerschapshormonen zijn na het hebben van een miskraam namelijk niet direct uit je lichaam verdwenen, daar heeft je lichaam wat tijd voor nodig. Daarnaast is een miskraam ook vaak geestelijk een behoorlijke klap en een groot verlies, geef jezelf daar ook de tijd voor om dit te verwerken.